LUITENANT WALTER HAUT, US NAVY Getuige in het ‘Disclosure Project’ september 2000

LUITENANT WALTER HAUT, US NAVY

Getuige in het ‘Disclosure Project’ september 2000

5 Februari 2010

Eerste luitenant Haut was de publieke informatieofficier van de Roswell Army Airbase in Roswell, New Mexico, toen er nabij Corona een buitenaards toestel crashte. Hij was de persoon die het originele verhaal naar buiten bracht dat er daar een vliegende schotel was gecrasht. Het verhaal werd de volgende dag herroepen.

Walter Haut: Het verhaal dat ik naar buiten bracht was heel simpel. Het was wat kolonel Blanchard zei dat hij in het persbericht wilde hebben. Als een kolonel een luitenant woordelijk vertelt wat hij in een persbericht wil hebben, wat denk je dat hij dan krijgt? Je gaat niet in discussie met hem en zegt dat het misschien wel beter klinkt als we dit of dat zeggen. Het was altijd: “Ja meneer.”


Ralph Steiner: Wat stond er nu in het persbericht?

Walter Haut: In essentie was het heel simpel, in feite dat wij in het bezit waren van een vliegende schotel. Die was gevonden op een ranch ten noorden van Roswell. Het was overgevlogen naar het kantoor van generaal Ramey omdat daar het hogere commando lag – de 8ste luchtmacht. En dat was het einde ervan. De informatie die ik erover had was mij bijna woordelijk gegeven door kolonel Blanchard. Hij las het op van een kladblok wat hij voor hem had liggen en ik schreef het op. Nadat we dat hadden gedaan was ik wel een beetje onder de indruk. Hij zei: “Ik wil dat je dit aan de lokale kranten en radiostations geeft en doe het per snelpost.”

Ik kwam erachter dat ze alle stukken en brokken (van het gecrashte buitenaardse toestel) in een vliegtuig hadden geladen en het weg vlogen. Maar nadat het persbericht naar buiten was gegaan kreeg ik telefoontje na telefoontje na telefoontje…

De cover-up was behoorlijk goed geregeld. Ik denk dat de wijze van handelen vanuit Washington kwam, via bepaalde kanalen, en wij kregen te horen dat we het allemaal mis hadden, het was slechts een weerballon. Dat was zo’n beetje het enige wat wij hoorden en dat was het einde van het verhaal en we hadden het helemaal niet aan de pers mogen vertellen natuurlijk. Dat soort dingen gebeuren als er een hoop rangen allemaal boven je zitten en jij slechts een klein eerste luitenantje bent, helemaal onderaan de ladder.

Ik dacht, meer dan aan iets anders, ik zei: ‘Oh God, ik hoop dat dit (de cover-up) niet voor onze ogen uit elkaar klapt. Sommige van dit soort dingen in het leger lopen uit de hand en ik hoopte dat dit iets was dat zichzelf op plezierige wijze zou verbergen. Ik denk dat er vele en vele cover-up’s zijn. Mijn oprechte gevoel is dat dit ding afkomstig was uit het heelal. En het leger besloot dat het volk het wellicht niet zo gracieus zou accepteren, iets dat van buiten de aarde komt en neerstort op onze planeet. Het is een beetje moeilijk om iedereen dat te laten geloven.

Maar ik denk dat ze er vandaag de dag wel mee naar buiten kunnen komen, met elk woord erover en elke beschrijving en het volk zal zeggen: “O, dat heb ik gezien en ik herinner mij er wel wat van en dat accepteer ik wel.”

Met toestemming vertaald


Vertaling: Paul Harmans september 2006

http://www.ufowijzer.nl/