DONNA HARE voormalig contractant bij de NASA Getuige in het ‘Disclosure Project’ november 2000
DONNA HARE voormalig contractant bij de NASA
Getuige in het ‘Disclosure Project’ november 2000
14 Februari 2010
Donna Hare had een secret clearance toen ze voor het contractbedrijf Philco Ford bij de NASA werkte. Zij getuigt dat haar een foto werd getoond waarop een onmiskenbare afbeelding van een UFO stond. Haar collega verklaarde dat het zijn werk was om met een retoucheerspuit dergelijk bewijs van UFO’s op de foto’s weg te werken voordat die werden vrijgegeven voor het publiek. Ze hoorde ook informatie van andere werknemers bij het Johnson Space Center dat enkele astronauten buitenaardse voertuigen hadden gezien en dat zij, toen ze daar over wilden spreken, bedreigd werden.
Donna Hare: Mijn naam is Donna Hare. Gedurende 1970 en ’71 werkte ik voor het bedrijf Philco Ford in gebouw 8 van de NASA. Dat bedrijf veranderde haar naam regelmatig. Gedurende de jaren werkte ik in het fotolab op diverse locaties in het bedrijf en ook daarbuiten.
Gedurende 1970, ik weet de exacte datum niet meer, liep ik het fotolab binnen, in één van de vertrouwelijke afdelingen, ik had een bevoegdheid daarvoor. Ik liep dat vertrouwelijke fotolab binnen, wat niet van mijn bedrijf was, het was een lab van NASA. Daar ontwikkelden ze de film van de maan- en satellietfoto’s, alles wat door NASA werd gemaakt. Eén van de heren waarmee ik bevriend was en waarmee ik zo af en toe nog contact heb, wees mij op een bepaald deel van een mozaïek. Het was een paneel met een mozaïek van foto’s die een groter plaatje lieten zien. Ik denk dat het satellietfoto’s waren, maar daar ben ik niet zeker van. Ze keken vanuit de lucht naar beneden en het was werkelijk interessant. Mijn vriend vertelde erover en toen, met een lach op zijn gezicht, zei hij: “Kijk hier eens naar.” En ik keek. In één van de foto’s zag ik een ronde, witte stip. En het was zeer helder, zeer scherp omlijnd. Ik vroeg aan hem wat het was. ‘Is het een vlek in de emulsie?’ Toen grinnikte hij en zei dat vlekken in de emulsie geen ronde schaduwen op de grond nalieten. En er was werkelijk een ronde schaduw onder de juiste hoek, zoals de zon op de bomen scheen.
Ik keek hem aan en ik was behoorlijk geschrokken, omdat ik daar al verscheidene jaren werkte en ik zoiets dergelijks nog nooit eerder had gezien, er nog nooit van had gehoord. Ik vroeg: ‘is dat een UFO?’ Hij lachte naar me en zei: “Dat kan ik je niet zeggen, dat kan ik je niet vertellen.” Ik wist dat hij bedoelde dat het een UFO was, maar hij het mij niet mocht vertellen. Dus vroeg ik wat hij met die informatie ging doen en hij zei: “Nou ja, wij moeten ze altijd met de retoucheerspuit wegwerken voordat we ze aan het publiek verkopen.” En ik was verbaasd dat er een protocol bestond om van UFO-foto’s af te komen die op deze mozaïeken stonden.
(Mv. Hare beschrijft hoe ze met anderen van het Johnson Space Center over het Apollo project en de astronauten sprak.)
Dus als een voorzorgsmaatregel werden ze (de astronauten) voor een tijdje in quarantaine geplaatst. Deze specifieke man was met hen in quarantaine en maakte deel uit van het ondervragingsproces. Hij vertelde dat een groot aantal van hen vertelde over de voertuigen die hen volgden. Ik geloof dat er drie op de maan stonden toen zij landden. En ik denk, voor zover ik het mij goed herinner, dat het codewoord voor deze voertuigen Santa Clause (kerstman) was.
(Zie ook de getuigenis van Harland Bentley waarin hij vertelt getuige te zijn geweest van gelijke gebeurtenissen toen hij op een top-secret luisterpost in Californië was. S.G.)
Hij zei dat sommigen (van de astronauten) die erover wilden vertellen, werden bedreigd. Zij tekenden papieren om hun mond te houden. Hun pensioen zou hen anders worden afgenomen. Ik was overweldigd door deze informatie en ik begon vragen te stellen. Bepaalde mensen die ik kende waren sleutelfiguren in de organisatie en dus nam ik hen apart buiten het bedrijf. We gingen lunchen en dan sprak ik met hen. En degenen die mij dingen vertelden, zeiden dat ze zouden zweren dat ik loog als ik er ooit over zou praten.
Eén van de mannen die ik heel goed kende, was in quarantaine met de astronauten geweest. Hij zei: “Bijna elk van hen heeft zaken gezien toen ze naar de maan gingen. In feite zei één van hen dat er ten tijde van de landing voertuigen op de maan waren”. Maar deze man lijkt van de aarde verdwenen. Ik heb getracht hem te vinden, maar ik heb enkel zijn naam en die heb ik aan Dr. Greer gegeven.
Ik ontmoette ook een beveiligingsman die was gedwongen om een hoop UFO-foto’s te verbranden. Hij kwam mijn kantoor binnen en was zeer angstig. Hij zei: “Donna, ik heb gehoord dat je in dit onderwerp bent geïnteresseerd.” Hij vertelde dat hij de foto’s moest verbranden en dat hem was opgedragen er niet naar te kijken. Maar hij was nieuwsgierig en keek naar één ervan en er stond een UFO op die op de grond stond. Kort daarna werd hij met de kolf van een geweer op zijn hoofd geslagen en hij had nog steeds een litteken daarvan op zijn voorhoofd. Deze man was doodsbenauwd. Hij vertelde dat de UFO op de foto kleine bulten had en het zag er uit alsof hij net was geland.
Het is moeilijk om dit allemaal te weten, maar nogmaals, ik heb erover gesproken en de mensen die er vanaf weten, weten het. Het is als een kleine, heimelijke beweging, ze komen naar mij en praten onder vier ogen met mij. Maar ze zijn bang, de meesten van hen zijn bang. Ik ben niet bang en ik denk dat het komt omdat mij nooit een geheimhouding is opgelegd. Ik heb op een bepaald moment wel mensen ontmoet die mij kwamen vertellen dat ik er niet over moest praten. Ze bedreigden mij dan wel niet met de dood, maar ik begreep de boodschap: praat er niet over.
Maar ik had er al zo vaak over gesproken dat het er niet meer toe deed. En zoals ik zei bij de voorlichting van de regering (CSETI 1997), dit onderwerp doet mij denken aan seks. Je weet wel, iedereen weet ervan, maar niemand spreekt erover als er dames aanwezig zijn.
Ik wacht nog even met het vertellen van meer, totdat we hoorzittingen van de regering krijgen waarbij ik beschermd word. Ik vertrouw dr. Greer. Ik heb het idee dat hij alles heeft gedaan wat hij beloofd heeft, zoals bescherming en geheimhouding van wat ik hem verteld heb. Ik wil ermee naar buiten treden als het nodig is, als het op een correcte wijze gebeurt en er iets goeds mee gedaan wordt. Ik wil niet dat er mensen op pad gestuurd worden die trachten om van deze getuigen af te komen of om ze pijn te doen of om ze in problemen te brengen en ze zo bang te maken dat ze met de noorderzon vertrekken, zoals die ene man die ik ken en die wel van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. Deze man lijkt te zijn verdwenen en dat wil ik niet.
Eén van de dingen waar ik boos om ben is dat deugdzame mensen worden gedwongen illegale dingen te doen. En ik ben van mening dat deze informatie het Amerikaanse volk toebehoort.
Zie ook het artikel over de Britse computerhacker: Gary McKinnon
Met toestemming vertaald
Vertaling: Paul Harmans mei 2006