BINNEN IN DE RUIMTESCHEPEN – Hoofdstuk 6 – VRAGEN EN ANTWOORDEN BINNEN HET SCHIP
Hoofdstuk 6
VRAGEN EN ANTWOORDEN BINNEN HET SCHIP
Na een moment van stilte waarin niemand zich roerde, stond de meester op, alsook iedereen die aanwezig was.Hij stond een moment met zijn handen op de rug van zijn stoel en keek diep in mijn ogen. Ik zal nooit de uitdrukking van grote vriendelijkheid en mededogen in zijn blik vergeten.]Het was als een zegening en tegelijkertijd voelde ik een nieuwe kracht in me opkomen.
Met een gebaar van afscheid dat alle aanwezigen omarmde, draaide hij zich om en verliet de kamer.De stilte bleef een tijdje na zijn vertrek hangen.
.Nog steeds kon ik geen woorden vinden. Het was Kalna die de stilte verbrak door zachtjes te zeggen: “Ook voor ons is het altijd een voorrecht om te luisteren wanneer dit geweldige wezen spreekt.”
Ramu, the Saturnian, deliberately, “ik ben er zeker van dat hij dat bewust deed, brak de spanning. Welnu, voordat we u naar de Aarde terugbrengen, is u een pauze toegestaan om vragen te stellen die in u gedachten zou kunnen hebben. Deze hoeven niet beperkt te blijven tot het serieuze onderwerp waarover de meester zojuist heeft gesproken” voegde hij er met een glimlach aan toe. “Want niets dat u interesseert, lijkt onbelangrijk voor ons.”
Ik keek hem dankbaar aan, terwijl we allemaal weer gingen zitten. Het leek me dat Ramu bedoelde dat ik mijn vragen mondeling nu zou kunnen stellen, in wat waarschijnlijk een algemeen gesprek zou zijn, en niet op mentale telepathie zou berusten. Ik heb de belangrijkste in mijn gedachten verwoord.
“Zouden de drastische veranderingen in onze atmosferische omstandigheden op veel plaatsen sinds de testen met de bommen, iets te maken kunnen hebben met de vrijlating van die energie?”
“Dat hebben ze inderdaad!” antwoordde Ramu, “en we gissen niet. Onze instrumenten hebben deze resultaten geregistreerd. Wij WETEN!”
“Ik vraag me af,” zei ik langzaam, “zou u de reden nog wat meer willen toelichten waarom jullie, hoewel de oorlog op onze Aarde het reizen door de ruimte van miljoenen die op andere planeten wonen in gevaar zou brengen, het nog steeds verkeerd vindt om de enkelen te beschadigen ten bate van de velen.”
”We zullen dit proberen uit te leggen”, antwoordde Orthon.“Voor ons allen, die vanaf de geboorte zijn doordrongen van een visie van het totaal, is het ondenkbaar om niet te gehoorzamen aan wat we weten de universele wetten te zijn. Deze wetten zijn door niemand gemaakt.Zij waren er vanaf het begin, en zullen door de eeuwigheid heen blijven bestaan. Onder deze wetten moet ieder individu, iedere groep van de mensheid, al het intelligente leven op iedere wereld, zijn eigen bestemming bepalen zonder inmenging van een ander. Adviseren, ja. Instructie, ja.” Maar inmenging tot het punt van vernietiging, nooit.”
Zijn vraagstellende blik leek te vragen of hij het principe duidelijker had gemaakt.
Firkon, de Martiaan, sprak voor het eerst. “U begrijpt de kracht van gedachtevormen. Afgezien van onze fysieke missies op Aarde, moeten we allemaal vasthouden aan de overtuiging dat de volkeren van jullie Aarde uit zichzelf zullen wakker worden uit de ramp waar ze naar toe bewegen.”
”Ik begrijp het,” zei ik langzaam, terwijl het probleem in mijn gedachten heel duidelijk werd.
“We weten dat de kracht van deze gedachte voortdurend uitgestuurd naar al onze Aardebroeders de harten van velen heeft veranderd”, aldus Ramu.
“We zijn ons ook bewust,” maakte Ilmuth duidelijk, “zoals u en veel andere mensen op uw Aarde, dat jullie luchtstrijdkrachten en jullie regeringen weten dat onze schepen, die in uw luchtruimen worden gezien, vanuit de ruimte komen en dat ze alleen gemaakt en bestuurd kunnen worden door intelligente wezens van andere planeten. Wij hebben contact opgenomen met mensen in hoge posities in regeringen van jullie wereld. Sommigen zijn goede mensen en willen geen oorlog. Maar zelfs de goede mensen op jullie Aarde kunnen zich niet volledig losmaken van de angst die door de mens zelf op jullie planeet door de eeuwen heen is gekoesterd.”
“Hetzelfde geldt voor jullie piloten overal op de Aarde,” zei Kalna zachtjes, “velen hebben onze schepen telkens weer gezien. Maar ze zijn de mond gesnoerd en gewaarschuwd, en maar weinig durven zich uit te spreken.”
“Het is hetzelfde met jullie wetenschappers,” voegde Firkon hieraan toe.
Opnieuw verbaasde ik me hun kennis van onze wereld en haar mensen. “Dan zou het lijken,” zei ik, “dat het antwoord grotendeels bij de gewone mens in de straat ligt, vermenigvuldigd met zijn miljoenen over de hele wereld.”
”Ze zouden jullie kracht zijn”, bevestigde Firkon snel. “En wanneer ze zich overal in voldoende mate tegen oorlog zouden uitspreken, zouden sommige leiders in verschillende delen van jullie wereld graag luisteren.”
Ik besefte dat dit gesprek veel had bijgedragen aan mijn begrip en ik zat vol hoop. Bijna zonder te beseffen dat ik dat zou gaan doen, veranderde ik van onderwerp door te zeggen: “Ik vraag me af of u mij iets meer zou kunnen uitleggen over het mechanisme dat ik in de pilotenkamer zag – dat de geluiden registreerde en die vertaald werden in beelden op het scherm.”
”Natuurlijk,” zei Orthon. “Een van zijn belangrijkste toepassingen is om ons in staat te stellen om snel elke taal te leren. Uiteraard spreken degenen van ons die echt al een tijdje op jullie Aarde wonen en werken, met betere accenten. Alhoewel bij ons, net zoals bij u, hebben sommigen een grotere taalvaardigheid dan anderen en leren zonder problemen vloeiend spreken zonder direct contact te hebben met de mensen.” Hier lachte en herinnerde me aan het pantomimische gesprek dat plaats vond op het moment van onze eerste ontmoeting en voegde er aan toe: “Het was van het grootste belang dat ik uw vermogen testte om telepathische berichten uit te zenden en te ontvangen. Als resultaat daarvan bent u hier nu!”
“We kennen de kritische houding van de Aardemensen naar alle richtingen buiten de enge sporen van persoonlijke ervaring heel goed. Het was om deze reden dat de berichten die ik u gaf, van universele aard waren. We wisten dat, hoewel het begrip van dergelijke geschriften begraven was met beschavingen die lang geleden verloren zijn gegaan, er een paar mensen verspreid over je huidige wereld zijn die ze zouden kunnen vertalen. Met dergelijke vertalingen kan alleen de vastberaden ongelovige nog steeds weigeren te geloven.”
“Het is een geluk,” zei Kalna met haar vrolijke glimlach, “dat ten minste geestelijke telepathie door de wetenschappers van uw wereld wordt geaccepteerd als een vaststaand feit!”
”Weet u,” zei Orthon, “we hebben u al een aantal jaar in de gaten gehouden voordat ik uiteindelijk contact met u opnam en we waren er zeker dat uw kennis van telepathie voldoende zou zijn. Dit werd door de laatste test tijdens onze eerste ontmoeting bewezen.”
”Hebben jullie me ook nog op andere manieren getest?” vroeg ik.
”Dat hebben we inderdaad! Ziet u, in dezelfde mate als u onze vaartuigen al enkele jaren hebt gefotografeerd, kwamen uw gedachten onvermijdelijk naar ons toe. We voelden de oprechtheid van uw interesse. Het bleef afwachten of en hoe u deze interesse zou omzetten in daden, hoe goed u zou kunnen standhouden onder de spotternij en scepticisme die u zou ontmoeten en of u in de verleiding zou komen om uw contacten met ons te gebruiken voor egotripperij of commercie.”
“U heeft alle testen met vlag en wimpel doorstaan,” zei Ilmuth warm. “In het aangezicht van al de bespotting, ongeloof – zelfs toen er werd getwijfeld aan de geldigheid van uw foto’s – zagen we hoe trouw u bleef aan datgene dat u in jezelf wist waar te zijn.”
Deze aanmoediging vervulde mij met geluk en ik wist dat met dergelijke vrienden, iedere aarzeling onmogelijk zou zijn.
”Er was nog iets anders wat we moesten weten,” zei Ramu, “met betrekking tot uw discretie en inschattingsvermogen. Bijvoorbeeld, er waren bepaalde zaken die de meester u vanavond onthuld heeft die, zoals hij duidelijk maakte, nog niet aan uw mensen moet worden verteld. In een wereld zoals de uwe is het voor de meeste mensen een grote verleiding om zich belangrijk te maken door zich uit te leven in aandachttrekkende verklaringen. Bovendien kan het geheel van wat er nu voor u toelaatbaar is om te vertellen, niet met wijsheid aan iedereen worden verteld. Dit is waar je goede oordeel naar voren komt. Immers, u heeft het grootste deel van uw leven gewijd aan het onderwijzen van de universele wet voor zover u die kende. Daarbij leerde u heel goed dat het niet alleen nutteloos, maar vaak ook gevaarlijk is om meer kennis te geven dan kan worden aangenomen of begrepen. We weten dat u dit principe zal toepassen op de informatie die u van ons ontvangt.”
“Wat telepathie betreft,” zei ik, terwijl ik een vraag verwoordde die in mijn gedachten bezig hield, “hoewel ik hen kan gebruiken, kan ik niet opeisen de werking ervan echt te begrijpen. ”Kunt u dit een beetje verder uitleggen?”
Ze keken elkaar aan en lachten toen. Ik realiseerde me dat alle aanwezigen mijn vraag zouden kunnen beantwoorden en dat zij zich amuseerden over de beleefdheid die door iedereen werd betracht om elkaar de kans te geven. In feite, wanneer ik terugkijk op de hele discussie, realiseer ik me hoe door en door anders die was, dan wat er in onze wereld gebeurt wanneer twee of meer mensen samenkomen. Waar we elkaar in de rede vallen en langs elkaar heen praten en de spreker voortdurend onderbreken (die in ieder geval zou moeten worden toegestaan zijn verhaal volledig af te maken), hadden deze mannen en vrouwen in alle gevallen gesproken zonder onderbreking door de anderen. En niemand hield het woord door pure kracht van breedsprakigheid.
Als met algemene toestemming was het Orthon die antwoordde. “In uw wereld hebben jullie wat jullie radio noemen en er zijn veel liefhebbers die radio uitzendingen verzorgen die jullie ‘amateurs’ noemen. Deze hebben bepaalde kanalen waarop ze mogen uitzenden. Deze kanalen, die jullie ‘ethergolven’ noemen, stellen iemand in staat om vanaf een bepaalde plaats een bericht te sturen naar iemand aan een ander instrument op een ver afgelegen plaats. Deze twee kunnen elkaar net zo duidelijk horen alsof ze in dezelfde kamer waren. Ooit zou dergelijke communicatie door mensen, met zo’n manier van denken dat nu een interplanetaire oorsprong voor onze schepen belachelijk maakt, als pure fantasie zijn beschouwd. Voor zo’n manier van denken is er maar weinig dat nog niet helemaal als bewezen en als denkbaar over de toonbank is verkocht.”
“Gedachten worden ontvangen en overgedragen op precies dezelfde manier als door de radio, langs bepaalde golflengtes, maar zonder enig instrument. We werken direct van de hersenen naar de hersenen, en ook hier weer is afstand geen barrière.”
”Echter, voor succes is een open en ontvankelijke geest nodig. Vanwege al die jaren dat u gedachten naar ons hebt toegestuurd, hebben we geantwoord. Dit heeft een solide verbinding tussen ons aangelegd, net als bij een kabel, door de gedachtegolven in een enkel kanaal te onderhouden. Wanneer uw denkgeest open is, kunnen wij u de informatie sturen die u nodig heeft, precies zoals u een bericht door een telefoon kunt ontvangen.”
“U werd gekozen om me te ontmoeten in aanwezigheid van getuigen om uw ervaring te bevestigen. We wilden dat de waarheid van deze bijeenkomst zo ver mogelijk laten reiken. En we prijzen het personeel van een van de kranten van uw land, degenen zijn die dapper genoeg bleken te zijn om het eerste verslag, over de geestelijke contacten waarover we gesproken hebben, te publiceren.”
”Maar één ding dat we wensen dat u aan allen heel duidelijk maakt is, dat de mentale contacten waarover we gesproken hebben, zeer zeker niet zijn wat jullie mensen ‘psychisch’of ‘spiritueel’ noemen, maar directe boodschappen van de ene denkgeest naar de andere. Uitleg over wat u ‘psychisch’ noemt, wordt u op een andere tijdstip gegeven.”
“We noemen deze mentale telepathie een verenigde staat van bewustzijn tussen twee punten, de afzender en de ontvanger en het is de meest algemene manier van communicatie die op onze planeten wordt gebruikt, vooral op planeet Venus.”
”Boodschappen kunnen worden overgebracht tussen individuen op onze planeet, van onze planeet naar onze ruimtevaartuigen, waar ze ook mogen zijn, en van planeet naar planeet. Zoals ik al eerder zei – en laat mij dit stevig in uw herinnering planten – ruimte of ‘afstand’, zoals jullie het noemen, is hoe dan ook geen belemmering.”
Terwijl Orthon praatte, was Ilmuth voorzichtig de kamer uitgegaan. Nu kwam ze terug met een dienblad met bekers, die hetzelfde verfrissende drankje bleken te bevatten dat ik eerder heb beschreven. Nadat ze de glazen had verdeeld, zei ik: “Over deze mensen van andere planeten die onder ons wonen … is dat al lang zo?”
Het was Kalna die antwoordde: “Sinds mensenheugenis!”
”Of tenminste,” corrigeerde ze zichzelf, “gedurende de afgelopen tweeduizend jaar. Na de kruisiging van Jezus, die was uitgestuurd om op jullie wereld te incarneren om uw mensen te helpen, zoals anderen vóór hem hadden gedaan, besloten we om onze missie op een minder gevaarlijke manier voor de betrokkenen op te zetten dan de feitelijke geboorte op uw planeet. Dit werd mogelijk gemaakt door de grote ontwikkeling in onze ruimte reisvaartuigen. We waren in staat om vrijwilligers in hun fysieke lichamen te brengen. Deze mannen worden zorgvuldig opgeleid voor hun missie en krijgen instructies met betrekking tot hun persoonlijke veiligheid. Hun identiteit wordt nooit openbaar gemaakt behalve, zelden, aan een of ander persoon voor een bepaald doel, zoals bij u.”
.“Ze mengen zich onder hun Aardse broeders om hun talen en hun manieren van doen te leren. Dan keren ze terug naar hun thuisplaneten waar ze ons doorgeven welke kennis ze van uw wereld verzameld hebben. We have a history of We hebben een geschiedenis van de Aarde en de gebeurtenissen daarop, die teruggaan tot zeventig miljoen jaar geleden. Soortgelijke geschiedenissen die door de mensen op Aarde werden bijgehouden, zijn verloren gegaan met de beschavingen die zichzelf vernietigden – hetzelfde patroon van vernietiging die jullie vandaag de dag bedreigt.”
”Dat wat jullie ‘oorlog’ noemen, bestaat al miljoenen jaren niet meer in ons systeem. Natuurlijk moeten alle planeten en hun mensen de geordende ontwikkelingsstadia doorlopen van lager naar hoger. Maar dat van jullie is geen geordende of natuurlijke vooruitgang geweest; in de plaats daarvan een eindeloze herhaling van groei en vernietiging, groei en vernietiging.”
“Er zijn aardse mensen geweest die met onze hulp jullie planeet hebben verlaten, zodat ze van ons kunnen leren en mettertijd naar hun Aardse thuis kunnen terugkeren en hun kennis aan jullie doorgeven. Maar onder de huidige omstandigheden, die vandaag de dag op jullie planeet bestaan, is het niet langer meer mogelijk om dit te doen, omdat niemand kon worden teruggehaald. Ze konden niet uitleggen waar ze waren geweest zonder voor gek te worden versleten en opgesloten te worden in een instituut voor geesteszieken. En evenmin in jullie huidige wereld met je veelvoudige identificatiepapieren zou de plotselinge terugkeer van iemand die lang geleden op mysterieuze wijze verdween, nooit als verdwenen beschouwd worden door de autoriteiten.”
”We kunnen geen medemensen blootstellen aan onverdraaglijke vervolging. Dit kan u een nog duidelijker begrip geven van hoe wij onszelf op zoveel manieren belemmerd voelen door degenen die we zo graag willen helpen.”
Terwijl ze mij deze dingen vertelde was iedere natuurlijke vrolijkheid van Kalna’s uitdrukking was uitgewist door een uitdrukking van verdriet. Nu, toen ze haar beker de lage tafel pakte en er aan nipte, glimlachte ze. Terwijl ze het glas terugzette zei ze: “Het is heel jammer dat we moeten spreken over zo’n droevige kwesties – en het is nog verdrietiger dat zo’n ellende overal in het Universum bestaat. Van onszelf, wij van andere planeten, zijn geen verdrietige mensen. Wij zijn erg vrolijk. We lachen veel.”
Ik voelde me diep bewogen door deze kleine verontschuldiging. Ze waren vrolijke mensen op hun planeten. Toch waren ze bereid om het verdriet van onze Aarde te delen en onafgebroken door de eeuwen heen streven om ons licht te brengen.
”We hebben nog steeds één hoop overgehouden, zei Ilmuth in een poging me op te vrolijken. We kunnen nog steeds tussen jullie in komen, en nu en dan kunnen wij het soort contact als met u maken. Terwijl jullie piloten momenteel onze landingen moeilijk maken, hopen we dat, naarmate steeds meer van uw mensen onze schepen hebben gezien, er aan gewend raken en de waarheid van levende wezens op andere planeten accepteren, persoonlijke ontmoetingen met de Aardemensen kunnen worden verhoogd.”
”Ik zie niet hoe het anders zou kunnen,” stemde ik in.
We dronken allemaal uit onze glazen. Terwijl ik naar mijn vrienden keek, zag ik dat alle tekenen van de bezorgdheid die ze voelden over de omstandigheden op de planeet Aarde van hun gezicht waren verdwenen. Ik wist dat dit verstandig en goed was en ik probeerde hun voorbeeld te volgen en vroeg: “Dansen en zingen jullie op andere planeten en hebben jullie feestjes zoals wij?”
“We dansen veel, wij allemaal,” antwoordde Kalna.“We beschouwen het trainen van het lichaam in een coördinatie met ritmische beweging een wezenlijk onderdeel van onze opvoeding. Bovendien is deze uitdrukking een onderdeel van wat jullie ons religieuze ritueel zouden noemen. Zoals de gedicht vorm in woorden een diep gevoel kan uitdrukken dat niet mogelijk is voor de vorm van proza, zo is het ook met het perfecte ritme dat uitgedrukt wordt in de beweging van een lichaam gewijd aan een dans van verering”.
“We dansen ook louter voor plezier, net zoals jullie, hoewel niet precies op de manier van jullie hedendaagse dansen,” voegde ze er met lach aan toe. We zouden geen plezier beleven aan de kick, wiggle en hop die we op jullie Aarde hebben gezien, waarbij een man en een vrouw het ene ogenblik elkaar ruw vastgrijpen en het volgende van elkaar wegstormen. Ons sociale dansen is meestal van een groepspatroon, hoewel vaak een of meer personen, geïnspireerd door het moment of de muziek, voor de rest van ons zullen dansen. Jullie hebben prachtig uitbeeldende dansers op jullie aarde gezien en kennen daarom het genot om de mooie bewegingen van een lichaam, dat door de geest binnenin wordt geïnspireerd, te aanschouwen.”
“We hebben ook feestjes,” zei Ilmuth, “hoewel we er niet als zodanig aan denken.Bij ons is het gewoon een kwestie van het uitnodigen van onze vrienden bij ons thuis, dat we samen kunnen praten of ontspannen. Veel vinden buiten plaats, op onze stranden of in onze tuinen. Zoals bij jullie hebben veel van onze woningen terreinen waar zwembaden en grote terrassen zijn aangelegd.”
Ik zou willen dat ik deze prachtige mensen nooit zou hoeven verlaten.Maar net op dit punt stond Ramu op en zei: “Het is slecht nieuws, maar ik vrees dat ik u nu naar de Aarde moet terugbrengen.”
”Ik stond op en probeerde mijn spijt te verbergen onder de gedachte van een “volgende keer”.
In een sfeer van vrolijkheid en verwijzingen naar een volgende ontmoeting voor ons allemaal werd afscheid genomen.
Niemand heeft me eraan herinnerd om alles wat mij verteld is te onthouden, noch het goed toe te passen in mijn activiteiten op Aarde. Ik vertrok slechts met een laatste indruk van schoonheid en warmte en vriendelijkheid en in de wetenschap dat er ooit een onwetendheid van hen was opgeheven, ook de mensen van mijn wereld naar het natuurlijke erfgoed van de gehele mensheid zouden kunnen groeien.
Toen we bij de deur naar de controlezaal kwamen, hield ik halt om om te kijken, zodat ik opnieuw alle details van deze mooie kamer, mijn vrienden en vooral het stralende portret van Ageless Life zou kunnen inprenten.
De kleine Scout was tijdens ons bezoek opgeladen en was nu in gereedheid voor onze terugkeer naar de Aarde. De deur was open en samen gingen we binnen, Ramu, Firkon en ik. Ramu liep naar de bediening. Terwijl we de trap opliepen werd de klem en de kabel verwijderd en, zoals eerder, sloot de deur zachtjes nadat de laatste man binnen was gegaan.
Langzaam schoven we langs de schuine rail naar beneden, door twee luchtsluizen en weer door de bodem van het schip de ruimte in. Toen we langs de rails afdaalden, voelde ik weer de sensatie dat mijn maag omdraaide, hoewel minder intens en korter dan toen we binnenkwamen.
Het leek een onmogelijk korte tijd voordat de deur open ging en Firkon zei: “Hier zijn we weer – terug op de Aarde!”
Deze keer werd het vaartuig niet op de grond gezet, maar bleef ongeveer zes centimeter daarboven zweven.
Ramu kwam naar voren en stak ten afscheid zijn hand uit en zei: “Ik zal niet met je mee naar het hotel gaan, omdat ik bij de Scout moet blijven. Ik ben blij om deze avond met u en kijk uit naar een volgende binnenkort.”
Ik bevestigde zijn gevoelens!
Tijdens de rit naar het hotel was het stil, van mijn kant vol gevoel en diepe gedachten. Firkon wist dit ongetwijfeld.
Hij stopte de auto voor mijn hotel maar stapte niet uit. We hebben elkaar de hand geschud en hij zei: “We zullen elkaar binnenkort weer ontmoeten.”
”Ik vroeg me af wanneer en waar en hij beantwoordde de onuitgesproken vraag door te zeggen: “Twijfel er niet aan dat je op de juiste tijd op de hoogte wordt gebracht en op de juiste plaats bent.”
Ik stapte uit de auto. Firkon hield, terwijl hij wegreed, ten afscheid zijn hand omhoog en liet me op het trottoir achter.
In het hotel ging ik naar mijn kamer. Voor het eerst sinds ik met mijn vrienden vertrok, keek ik naar mijn horloge.Het was 5.10 uur!
Ik had helemaal geen slaap, noch voelde ik enige vermoeidheid.. Ik zat een vol uur op de rand van het bed en liet de ervaringen van de nacht opnieuw door me heengaan. En zelfs terwijl ze door mijn gedachten gingen, kon ik me alleen maar overwegen hoe bizar dit alles voor mijn medemens zou lijken.
Desalniettemin, ik moet er over vertellen. . . . . . .
Eigenlijk kon ik zelf nauwelijks de realiteit van alles wat er de afgelopen paar uur is gebeurd geloven. Toch wist ik wat mijn ogen hadden gezien en mijn oren hadden gehoord en dat het, zonder enige twijfel, een volledig fysieke ervaring was geweest.
Uiteindelijk trok ik mijn kleren uit, rekte me uit en moet in een lichte slaap gevallen zijn. Het was bijna acht uur toen ik wakker werd. Ik kleedde me haastig aan, want er was maar weinig tijd over om te ontbijten en de bus te nemen waarmee ik naar huis zou gaan.
Tijdens de rit in de bus zagen mijn fysieke ogen het Aardse landschap waar we doorheen reden en sommige mensen zaten dicht bij me in de buurt. Maar mijn gedachten, in beslag genomen door de ervaringen van de vorige nacht, reisden nog steeds in de ruimte, of bij mijn metgezellen in het reusachtige draagvaartuig.
Het gevoel om op twee plaatsen tegelijk te zijn, bleef een aantal weken aanhouden. Ik vond het heel moeilijk om terug te keren naar de Aardse verplichtingen. Alhoewel de tijd waarin ik het voorrecht had om de enorme ruimte te zien en de schoonheid van haar voortdurende actie kort was geweest, droeg ik het wonder ervan met me mee. Alles wat ik van deze vrienden van andere werelden had geleerd, was me niet alleen voor mij gegeven, maar om te delen met iedereen op Aarde die bereid was om het te ontvangen.
Wordt vervolgd……