Profetieën en voorspellingen van Billy Meier 146 t/m 162
Profetieën en voorspellingen van Billy Meier 146 t/m 162
Het jaar is 1958 en Billy Meier, de man die in contact staat met de buitenaardsen Sfath en Asket, stuurt een waarschuwing naar de leiders van Europa.
Deel 7 en tevens het laatste deel van Billy Meier van de profetieën en voorspellingen uit 1958.
146) In verre tijden zal het zo zijn dat de mens vele malen ouder wordt dan vandaag de dag in 1958 omdat hun leeftijd honderden jaren zal bedragen.
147) In verre tijden zal het zo zijn dat mensen de kracht van hun bewustzijn herkennen en die dingen leren die de werkelijke profeten wisten en die verborgen zijn gehouden tot nu. Dus zullen ze de ene deur na de andere openen en onvoorstelbare inzichten krijgen, kennis en wijsheid vergaren over de waarheid van de Schepping en haar wetten en richtlijnen, zodat ze die kunnen gebruiken om de krachten van hun bewustzijn te ontwikkelen.
148) In verre tijden zal het zo zijn dat mensen eindelijk de uitgang vinden van het donkere doolhof en zal het sublieme leven weer opborrelen als een heldere bron.
149) In verre tijden zal het zo zijn dat mensen opnieuw de spirituele leringen zullen kennen en aanvaarden, de leer van de Schepping en de bedoeling van haar richtlijnen en wetten, de lessen van het leven. Zij zullen het weten en de ouders zullen opnieuw hun kinderen opvoeden, hen onderwijzen in de waarheid zodat ze het leven, sterven, dood, reïncarnatie en geboorte zullen begrijpen zowel op aarde als in de hemel.
150) In verre tijden zal het zo zijn dat de mens langer zal worden en behendiger, de krachten van zijn bewustzijn zullen alles omvatten en hij zal alles bezitten wat hij wenst.
151) In verre tijden zal het zo zijn dat de man niet langer alleen zal regeren omdat vanaf dan de vrouw het lot van de wereld en de mensheid zal bepalen. Als een werkelijke Moeder Aarde omdat zij haar scepter zal zwaaien over de man en zijn heerszucht, tirannie, honger naar macht. Ze zal zijn verslaving aan oorlog breken om een eind te maken aan het barbaarse mannelijke tijdperk en de duivelse moorddadige en aanmatigende acties van de man in de kiem zal smoren om eindelijk de vrede op aarde toe te laten.
152) In verre tijden zal het zo zijn dat de werkelijke liefde ontwaakt in de mensheid en dat dit door allen zal worden gedeeld. Waarbij het bestaan zal veranderen in een ontspannen tijd en lang gekoesterde dromen en wensen zullen werkelijkheid worden. De evolutie van bewustzijn zal alle mensen in haar grip krijgen waardoor er werkelijk een einde zal komen aan barbarisme.
153) In verre tijden zal het zo zijn dat het religieuze en sektarische geloof haar houvast zal verliezen, maar dat men nog alleen zal geloven in de pure waarheid van de creatie en de omvang van haar wetten. Hiermee breekt een gelukkige tijd voor de mensheid aan en men zal opnieuw de medemens ontdekken, herkennen en respecteren als gelijken.
154) In verre tijden zal het zo zijn dat het Vierde Millennium begint, wanneer Jmmanuel komt en de mens ter verantwoording roept, dat de aarde en haar bewoners weer zullen zijn zoals ooit door de Schepper was bedoeld en er zal ware liefde zijn en eenheid, werkelijke vrijheid en harmonie, wereldwijde vrede.
155) In verre tijden zal het zo zijn dat mensen zich van het ene eind van het universum haasten naar het andere eind in grote en krachtige ruimteschepen en er zullen geen grenzen meer bestaan.
156) In verre tijden zal het zo zijn dat wouden, moerassen, weilanden en velden weer in bloei zullen staan, evenals de woestijnen die opnieuw tot leven zullen komen en beplant zullen worden, waardoor veel soorten bomen, bosjes, grassoorten en bloemen hun glorie ten toon zullen spreiden en de aarde een prachtige tuin wordt waar de mens elkaar respecteert en alles wat leeft, kruipt of vliegt.
157) In verre tijden zal het zo zijn dat de mens alles opnieuw opbouwt en alles wat de aarde heeft vervuild zal schoonmaken. Vanaf dat moment zal hij de natuur en het leven respecteren en beschermen omdat hij dan kennis bezit en wijs zal zijn en ook denkt aan de toekomst van de planeet en de mensheid, deze zal vereren en respecteren.
158) In verre tijden zal het zo zijn dat ieder mens zich in lijn bevindt met zijn medemens en er niet langer op uit is om de ander kwaad te doen. Mensen zullen elkaar weer vertrouwen en niet langer opgelicht, bestolen, beroofd of vermoord worden.
159) In verre tijden zal het zo zijn dat de aardmens alles weet over zijn eigen lichaam en die van van de dieren. Ze zal kennis hebben over de dingen van de wereld en het leven, evenals de natuurlijke wetten van de Schepping. Waarbij ziekte en plagen genezen zullen worden voordat ze de kop opsteken omdat het zo zal zijn dat ieder mens niet alleen alles over zichzelf zal weten en zichzelf kan gezezen, maar dit ook kan doen voor zijn medemens. Ze zal collectief begrijpen dat hij alleen kan bestaan en leven in een gemeenschap als hij ook geeft en niet alleen maar neemt en dat hij als individu zichzelf moet zien en begrijpen als de bewaarder van de planeet en de mensheid.
160) In verre tijden zal het zo zijn dat de aardemensen geleerd hebben om eerlijk te geven en te delen, dat gierigheid een middel is om onvrede te bewerkstelligen, evenals het je afsluiten van je buurman en zal niemand zich ooit alleen meer voelen. Toch, de mens moet eerst alles leren en de kracht van zijn bewustzijn gebruiken, de spirituele leringen evenals de levenslessen van de Schepping en de omvang van haar wetten. Om dit te laten gebeuren moet er een ijzeren vuist zijn die dit afdwingt, waarmee er orde in de chaos zal komen en de mens de goede weg weer vindt. (redactie: we krijgen hier bijna het “orde uit chaos” gevoel van de New World Order…)
161) In verre tijden zal het zo zijn dat wanneer in het Vierde Millennium Jmmanuel komt, de mens de drager van de Scheppingswaarheid zal zijn en dat alle levende dingen creaties zijn van de ene werkelijke Schepping, van het universele bewustzijn en dat alleen de Schepping de geheimen van alle dingen kent en weet. Het staat vele malen hoger op de ladder dan alle goden en idolen, die zonder uitzondering, allemaal van menselijke oorsprong zijn.
162) In verre tijden zal het zo zijn dat de mensen zich de uitspraken van de werkelijke profeten herinneren en weer zullen weten hoe het vroeger was. Ze zullen ook weten wat de toekomst zal brengen, omdat, vooruitkijkend, ze de gebeurtenissen begrijpen, de loop van dingen en veranderingen in de wereld, de mensheid en de universa alsmede het geheim van leven en sterven omdat zij zullen weten dat het leven eeuwig voortduurt in afwisseling met de dood. Ze zullen weten dat het nieuwe leven op aarde is zoals bepaald door de Schepping en de onwrikbare inhoud van haar wetten die niet veranderd kunnen worden en eeuwig geldig zullen zijn.
Eduard A. Meier
Schloss Uitikon/ZH/Schweiz
24.August 1958