ET: Ruimtemensen waarschuwen voor sociale kloof
ET: Ruimtemensen waarschuwen voor sociale kloof
2 oktober 2014 / door Guido Jonkers
Gerard Aartsen bestudeert al ruim 30 jaar de leringen van de Oude Wijsheid en zijn onderzoek op dat gebied heeft geresulteerd in een uitgebreide online catalogus van leringen. Hij schrijft regelmatig over de buitenaardse aanwezigheid op Aarde en heeft over dit onderwerp 2 boeken gepubliceerd, die allebei in 4 talen verschenen zijn, waaronder het Nederlands. Sinds 2011 is hij lid van de ‘Advisory Board for Research and Education’ van het Exopolitics Institute en een veelgevraagd gast in internationale radioprogramma’s over UFO’s en aanverwante onderwerpen. Hij heeft lezingen gegeven in Amerika, Europa en Azië. Gerard Aartsen (1957) heeft de Master of Education graad en is sinds 2001 docent in het hoger onderwijs.
* * *
Ruimtemensen waarschuwen voor gevaren sociale kloof
2014 © Gerard Aartsen
“Zet het nieuws aan en je ziet massale demonstraties, historische opstanden en rellen in ooit rustige straten – er is geen twijfel dat de groeiende inkomensongelijkheid een kwestie van cruciaal belang is.” Dit is geen citaat uit een recent artikel in een tijdschrift over sociale verandering, maar de openingszin van hoofdstuk 2 uit Visie op de Mondiale Agenda 2014, het recente rapport van het World Economic Forum (WEF), dat jaarlijks een exclusieve bijeenkomst voor de mondiale elite in Davos houdt.
Wereldleiders lijken zich eindelijk bewust te worden van de gevaren van de groeiende kloof tussen rijk en arm, en dat deze ontwikkeling niet ongehinderd verder kan gaan kwam ook naar voren in de ‘State of the Union’-toespraak van president Obama in januari dit jaar: “De ondernemingswinsten en aandelenkoersen zijn, na vier jaar economische groei, nog nooit zo hoog geweest en degenen die aan de top staan hebben het nog nooit zo goed gehad.
Maar de middeninkomens zijn nauwelijks gegroeid. De ongelijkheid is toegenomen… De koude, harde werkelijkheid is dat zelfs te midden van het herstel er nog te veel Amerikanen zijn die harder moeten werken dan ooit om rond te komen, laat staan vooruit te komen.”
Hij vervolgde met het aankondigen van beleid om de gevaren waarmee de groeiende ongelijkheid in inkomen en kansen gepaard gaat, aan te pakken. Dat dit geen overbodige luxe is bleek pas geleden opnieuw toen personeel van fastfoodketens overal in de VS een dag staakten voor verhoging van het minimumloon.
Mensen met een hart en enig gezond verstand geven vaak uitdrukking aan hun ongeloof over de dysfunctionele manier waarop de mensheid zich tot zichzelf of de planeet verhoudt door de positie van een buitenstaander in te nemen: “Als een Marsmannetje onze planeet zou bezoeken…”, gevolgd door een beschrijving van de manier waarop mensen het leven voor zichzelf of voor andere schepsels gecompliceerd maken op een wijze die, behalve winst maken, nergens op slaat.
Maar misschien is het toch niet zo verwonderlijk dat de wereldleiders pas nu de risico’s beginnen te zien die het gevolg van zulke grote sociale ongelijkheid zijn. Want hoewel de meeste lezers wel weten dat we door mensen van andere planeten werden en worden bezocht, is het velen wellicht niet bekend dat zij herhaaldelijk hun bezorgdheid hebben geuit over de manier waarop wij ervoor gekozen hebben de samenleving te structureren rond de noodzaak om geld te verdienen om in onze dagelijkse behoeften te voorzien en de “droom” van onbeperkte rijkdom, ongeacht of het de planeet verwoest.
Zo kreeg George Adamski, een van de eerste mensen die zijn contacten met ufo’s openbaar maakte tijdens een verblijf op een moederschip in 1954 van zijn buitenaardse gastheren te horen: “Wil de mens zonder rampspoed leven, dan moet hij zijn medemens beschouwen als zichzelf, de één een weerspiegeling van de ander.” Na jaren van voortdurende contacten met mensen van andere planeten, voegde Adamski daar in december 1964 aan toe: “[V]oor een gezonde en welvarende samenleving moet dat wat de grootste problemen veroorzaakt, verwijderd worden. Zoals we allen weten is dat de schandvlek van armoede te midden van overvloed. Het is de oorzaak van ziekte, misdaad en de vele kwaden die we kennen…”
Ontmoetingen met mensen uit de ruimte
Als burgeradviseur in het Amerikaanse leger eind jaren 40 had Daniel Fry op 4 juli 1949 een ervaring met de piloot van een vliegende schotel die vlak voor zijn ogen in de woestijn landde, nadat Fry zijn bus naar huis had gemist. Op een bepaald moment tijdens zijn ervaring, waarin hij zei in een ruimteschip van Californië naar New York en terug te zijn gevlogen, werd hem verteld: “Bij vrijheid van gebrek volgt vrijheid van angst en zou jullie beschaving veilig het kritieke punt in haar ontwikkeling gepasseerd zijn.”
Truman Bethurum, een wegwerker uit Californië, had eind juli 1952 een soortgelijke ervaring. Hierbij ging het weliswaar niet om een reisje in de ‘schouw’, zoals hij de verkenningsschip noemde, maar werd hij bij zeven of acht gelegenheden aan boord uitgenodigd voor gesprekken met de kapitein van het schip.
Hierover zegt Bethurum: “Ik kreeg de indruk dat samenwerking tussen al hun mensen een vast onderdeel van het leven vormt en dat armoede hun onbekend is. En wat wij rijkdom of welvaart noemen, is bij hen beslist gelijker verdeeld dan bij ons op Aarde.” Als gevolg daarvan, zo vertelde de kapitein hem, zijn er geen misdadigers of oplichters op hun planeet (die zij ‘Clarion’ noemde). “Zelfs geen speculanten… Als we die op Clarion hadden, zou het van weinig waarde zijn; dan zouden we landhuizen en krotten hebben, net als jullie.”
Buck Nelson, een boer en zaagmolenaar uit Denver die in juli 1954 zijn eerste ervaring had, schreef na zijn bezoek aan enkele van de andere planeten in ons stelsel: “Sommige van onze veelgebruikte manieren om geld te verdienen zouden voor hen absoluut onacceptabel zijn. Een hiervan is onze gewoonte om op allerlei manieren geld met geld te verdienen.”
En de Braziliaanse ooggetuige Dino Kraspedon (pseudoniem voor Aladino Félix) tenslotte, wiens ervaring rond dezelfde tijd plaatsvond als George Adamski’s welbekende ontmoeting in de Californische woestijn in november 1952, kreeg onomwonden te horen:
“…oorlogen worden gevoerd tegen de wil van de meeste mensen, want de armen vechten niet zo snel. Bloedvergieten is het voorrecht geworden van de rijken en machtigen… Overvloed heeft hen verblind, gulzigheid heeft hun blik vertroebeld. Conflict is het product van egoïsme.”
Zoals bekend is het regeringen en militairen gelukt om de ervaringen en informatie die deze mensen te midden van de Koude Oorlog gevraagd werd met de wereld te delen, in diskrediet te brengen. Echter, in de jaren 60 ontving één ufo-ooggetuige ongeëvenaarde kennis over het sociale systeem op de planeet van degenen die contact met hem zochten.
Het verhaal van een zakenman
De Nederlandse zakenman Ad (Adriaan) Beers en zijn gezin voeren op een zomeravond circa 1965 met hun tjalk op de Oosterschelde, toen het kompas van het jacht kapot leek te zijn. Terwijl ze naar de haven terugvoeren, staarde Beers plotseling in een krachtig blauw-wit zoeklicht. Hij zette de motor onmiddellijk volle kracht achteruit, maar dat kon niet voorkomen dat de boot ergens tegenaan stootte. Bij nadere inspectie leek het dat het jacht van de heer Beers de romp van een gekapseisd schip had geraakt en vlakbij in het water zag hij een lichaam in het water drijven.
Toen hij overboord sprong met een reddingslijn, landde hij op een hard oppervlak dat zich maar één meter onder het wateropperlak bevond. Kort nadat hij de reddingslijn om het drijvende lichaam had bevestigd, kwam er iemand door het water aangelopen om hem te helpen bij zijn reddingspoging. Deze persoon droeg dezelfde kleding als de drenkeling, wat er uitzag als een ruimtepak. Geschokt ontwaarde hij een ‘dierlijk gezicht’ waarvan de ‘ogen met grote ruitvormige pupillen hypnotisch en zelfbewust’ waren.
Op dat moment besefte hij dat het bezoekers van een andere planeet waren die hem vervolgens, uit dank voor zijn reddingspogingen, uitgebreide informatie over hun wereld gingen verstrekken. Gedurende twee dagen kreeg hij levendige beelden te zien die vergezeld gingen van gedetailleerde beschrijvingen – in de vorm van directe informatieoverdracht – van de filosofie achter de manier waarop het leven op Iarga, zoals zij hun planeet noemden, georganiseerd was.
Ad Beers was directeur van de Nederlandse importeur van Zweedse vrachtwagenfabrikant Scania en publiceerde zijn verhaal in 1969, op aanwijzen van de ruimtebezoekers als science fiction, onder het pseudoniem Stefan Denaerde (‘Steef van de Aarde’) in het bijzonder succesvolle boek Buitenaardse beschaving (waarvan in 2011 een nieuwe Nederlandse uitgave verscheen). In 1977 verscheen de eerste Engelse editie als Operation Survival Earth (‘Operatie Voortbestaan Aarde’). Een uitgebreide Engelstalige uitgave werd vijf jaar later door UFO-onderzoeker Wendelle C. Stevens gepubliceerd als ‘Contact from Planet Iarga’.
Met zijn eigen achtergrond als zakenman was Ad Beers enorm onder de indruk van wat hij zag als de schrikwekkende doelmatigheid van het sociale stelsel op ‘Iarga’: “Dit moet wel een universeel bestuurde planeet zijn, maar kennelijk zó strikt bestuurd dat alles gestroomlijnd en gestandaardiseerd is. Wat een afgrijselijke gedachte!”
Maar terwijl hij betreurt dat de planeetbewoners zo weinig blijk geven van de hoedanigheid die de kern vormt van de plagen die onze huidige samenleving treffen, getuigt hij tegelijkertijd van een min of meer volmaakte uitdrukking van wat de deelnemers aan de Italiaanse Amicizia-zaak door hun vrienden uit de ruimte werd onderricht, en van wat tevens het doel lijkt te zijn voor de mensheid naarmate we steeds meer reageren op de energieën van eenheid en synthese van het Waterman -tijdperk: “Hun zwakte is de ontwikkeling van individualiteit. Ze doen bijna alles in groepen, ze denken collectief en gehoorzamen de wetten van hun samenleving letterlijk. Ze leven voor en door de vriendschap en de liefde binnen de groep.”
Sociale stelsels op andere planeten
Over het niveau dat zijn gastheren van ‘Iarga’ bereikt hebben, zegt de schrijver: “Hun definitie van het woord ‘beschaving’ of ‘cultuur’ heeft niets te maken met het niveau van hun wetenschap of technologie, maar met de manier waarop de gemeenschap voor de gehandicapten of de zwakkeren zorgt. Het woord ‘supercultuur’ definieert de toestand die ontstaat wanneer uit individuele inspanningen een groepsstructuur tot stand is gekomen die elke vorm van discriminatie tegen wie dan ook uitbant.”
Net zoals de Commissie-Brandt al in 1980 in haar rapport Noord-Zuid: een overlevingsprogramma adviseerde dat de enige oplossing voor onze problemen op Aarde een systeem is dat gebaseerd is op een mengeling van markteconomie en overheidssturing, lichten de ruimtemensen toe: “Ons kosmische universele economische systeem kan zowel met het communisme als met de kapitalistische Westerse economie vergeleken worden. Je zou ook kunnen zeggen dat onze kosmische economie met geen van beide te vergelijken is… Alleen door dit systeem kan een mensenras een cultureel niveau van sociaal evenwicht bereiken.”
Terwijl de mensen op Aarde momenteel gevangen zitten in een systeem dat ernstig uit balans is en hen reduceert tot dienaren van ‘de economie’ en waar bezuinigingen die steeds dieper snijden in sociale voorzieningen door politici verdedigd worden als “noodzakelijk om de economie te stimuleren”, dient het strikt gereguleerde economische stelsel op ‘Iarga’ uitsluitend de noden van het volk en helpt de auteur zelfs in te zien hoe een op rechtvaardigheid gebaseerd systeem tevens bijdraagt aan de bloei van vrijheid: “Het universele economische systeem blijkt in de praktijk een efficiënt productiesysteem van goederen en diensten, waarbij de prioriteit op de sectoren huisvesting, voeding en transport ligt… Het doel van dit systeem is om het individu zoveel mogelijk van niet-creatieve, slaafse arbeid te bevrijden.”
Het universele economische systeem “dat onder heel veel intelligente rassen bestaat, bekommert zich niet om geld, bezit of beloning. Het doel van dit systeem is de mensen te bevrijden van materiële invloeden en drijfveren.” In reactie op vragen over de ruilmiddelen en regeringssystemen op andere planeten schreef George Adamski in oktober 1957 het volgende:
“Hun ruilstelsel bestaat uit een uitwisseling van producten en diensten zonder tussenkomst van geld. Alle productie komt aan iedereen ten goede en iedereen ontvangt daaruit naar behoefte. En aangezien er geen ruilmiddel aan te pas komt, zijn er geen ‘rijken’; er zijn geen ‘armen’. Maar allen delen gelijkelijk en werken voor het algemeen welzijn… De behoeften van het volk worden onpartijdig vastgesteld door [een orgaan van vertegenwoordigers die uit elk district en uit elke maatschappelijke rang worden gekozen], en problemen worden opgelost voor het algemeen welzijn van allen.”
Dit klinkt als het geavanceerde ruilhandelsysteem dat esotericus en futuroloog Benjamin Creme heeft voorspeld als middel voor de distributie van hulpbronnen na de mondiale economische ineenstorting die de mensheid nu elk moment kan treffen. Ook in de verslagen van verscheidene anderen die contact hadden met ruimtemensen wordt naar dit systeem verwezen. Evenzo wordt Ad Beers verteld: “…wij kennen geen geld, maar iedereen die dat wil kan op vakantie gaan.” En: “Op ‘Iarga’ wordt niets betaald, uitsluitend geregistreerd. Wat een consument gebruikt wordt in het computercentrum geregistreerd … en dat mag niet meer zijn dan waar hij recht op heeft.”
Zijn contactpersonen uit de ruimte leggen uit dat er op ‘Iarga’ twee wereldwijde consumentenorganisaties zijn die “de productiekartels aanzetten tot de productie van de benodigde goederen. Het is de kartels niet toegestaan te adverteren of de consument op enige manier te beïnvloeden, aangezien dit nooit objectief kan zijn, want “in een sociaal stabiele samenleving heb je niet alleen vrijheid van meningsuiting, maar, nog belangrijker, vrijheid van denken. Propaganda, herhaalde eenzijdige informatie, ondermijnt vrijheid van denken…”
Marssondes en de honger in de wereld..
Toen de heer Beers de bezoekers uit de ruimte naar specifieke technologische kennis vroeg, had het antwoord niet duidelijker kunnen zijn: “Het laatste wat jullie nodig hebben is technologische informatie waardoor de kloof tussen jullie intellectuele ontwikkeling en jullie vrijwel niet-bestaande sociale ontwikkeling nog groter wordt. Speel nu maar met jullie Marssondes, terwijl de helft van de wereldbevolking honger lijdt en in armoede leeft. De enige informatie die jullie nodig hebben is op het gebied van sociale normen.”
Op basis van de beschrijving die Ad Beers geeft van de informatie die hem gegeven werd, speculeert deze schrijver – wiens eerdere research erop wijst dat de buitenaardse aanwezigheid op Aarde afkomstig is van planeten in ons eigen zonnestelsel – dat de bemanning van het ruimteschip waar de heer Beers tegen op voer, eigenlijk afkomstig was van de planeet Mars, die door Truman Bethurum beschreven is als “een belangrijke productieplaneet”.
Benjamin Creme heeft verklaard dat Mars evolutionair op hetzelfde niveau staat als de Aarde, maar: “Mars heeft niet zoveel vergissingen gemaakt als wij, en dat is de reden waarom hun technologie ongelooflijk ver vooruit loopt op die van ons. Zij zijn meesters van de ruimte, meesters van energie. Ze maken de meeste van de ruimteschepen die wij zien en ufo’s noemen, van kleine verkenners tot aan de gigantische moederschepen. Zelfs sommige van de ruimteschepen van Venus zijn op Mars gemaakt, naar Venusiaanse specificaties.”
Lezers die nog altijd in de illusie verkeren dat Leven alleen op koolstof gebaseerd kan zijn en zich uitsluitend in vast-stoffelijke vorm kan uitdrukken worden verwezen naar hoofstuk 5 in mijn boek ‘UFO’s en de ruimtemensen: Hier om te helpen’, voor een uitleg over het denkbeeld van leven op de etherische (fijn-)stoffelijke niveaus van materie, waar de wetenschap naar op zoek is in de vorm van ‘donkere materie’ en ‘donkere energie’. Begin juli 2014 werd over een interessante nieuwe aanwijzing van de realiteit van deze etherische gebieden van bestaan bericht toen astrofysici bekendmaakten dat onderzoek uitwees dat er 400% meer licht in de intergalactische ruimte bestaat dan aan bekende bronnen kan worden toegeschreven.
Een nieuwe definitie van ‘exopolitiek’
Ofschoon het verhaal van Beers zich meer richtte op de alledaagse aspecten van het leven op ‘Iarga’, omvatte zijn uitwisseling met de ruimtemensen ook wat filosofischer kwesties die lezers die op de hoogte zijn van de leringen over onthechting van bijvoorbeeld J. Krishnamurti bekend in de oren zullen klinken: “Geluk is vrede hebben met jezelf en je omgeving. Dat wordt voor een groot deel bepaald door je succes in het bereiken van zelf geformuleerde doelen, met andere woorden een meedogenloze beoordeling van jezelf. Dat individuele streven om een zelfgekozen doel te bereiken [in plaats van met anderen te wedijveren; GA] is de creativiteit in de mens.”
En: “Het lichaam met al zijn zelfzuchtige eisen is slechts een omhulsel. Het gaat ons slechts om de creatieve intelligentie, de ziel die in staat is tot onzelfzuchtig denken. Hoe onderrichten we kinderen voor vrede en geluk? Vrijheid is de afwezigheid van de gevolgen van dwang op het gedrag van het individu. Vrijheid kan niet worden verkregen met een wapen in de hand. Die kan alleen worden verkregen door de zorgvuldige mentale vorming door ouders van hun kinderen, door een juist begrip van goed en kwaad.”
Terwijl de wereld gereed is, al is het wellicht onbewust, voor het laatste bedrijf in het planetaire drama dat zich ontvouwt en de ineenstorting van onze falende structuren zelfs de schijn van democratie wegvaagt, wordt de mensheid gedwongen om de spirituele feiten van het leven opnieuw onder ogen te zien en de handen ineen te slaan om rechtvaardigheid en vrijheid voor allen te eisen.
Het is aldus interessant om op te merken dat niet alleen het Leven en het mensenrijk universele verschijnselen in de hele Kosmos zijn, zoals ik elders heb gedocumenteerd, maar de Wetten die de uitdrukking daarvan in juiste menselijke verhoudingen regeren kennelijk ook, als basis voor een verstandig sociaal systeem dat het voortbestaan van het mensenras en de veilige vooruitgang van haar beschaving waarborgt.
Met nog veel meer informatie langs dezelfde lijnen van andere mensen die contact hadden met de ruimtemensen, die ik in een nieuw boek zal presenteren, dringt zich een nieuwe definitie van ‘exopolitiek’ op. De eenvoudigste definitie luidt momenteel ongeveer als volgt: “Het onderzoek naar de politieke actoren, processen en instellingen met betrekking tot buitenaards leven.”Voor sommigen vooronderstelt dit het bestaan van buitenaards leven, voor anderen slechts de mogelijkheid daarvan.
Mensen die bekend zijn met mijn boeken zullen weten dat ik de buitenaardse aanwezigheid op Aarde als onbetwistbaar feit zie, op basis van een ‘driehoeksmeting’ van overeenkomsten tussen de informatie afkomstig van de oorspronkelijke contactees van de jaren 50, de gezamenlijke wijsheidsleringen van de mensheid en de ervaringen van hoogwaardigheidsbekleders en functionarissen in de afgelopen decennia, tegen de achtergrond van de veranderingen die onze wereld momenteel overspoelen.
Gebaseerd op de informatie in dit artikel en de relevantie ervan voor de huidige toestand van de wereld – waar ook Paul Hellyer op wees in zijn boek Light at the End of the Tunnel: A Survival Plan for the Human Species uit 2010 – lijkt een praktischer definitie van het woord ‘exopolitiek’ terecht, waarvan de betekenis teruggrijpt op de oorspronkelijke betekenis van de samenstellende delen. Als ‘exo’ staat voor “(van) buiten” en ‘politiek’ voor “kwesties die de staat of zijn burgers betreffen, kunnen we ‘exopolitiek’ nu als volgt definiëren:
Exopolitiek [ontelbaar zelfstandig naamwoord]:
Mensen van andere planeten die de mensheid alternatieve, verstandiger manieren laten zien om de samenleving in te richten, zonder hun zienswijzen op te leggen.
Hiermee wordt ‘exopolitiek’ in een klap een veel urgenter begrip, aangezien het de buitenaardse aanwezigheid op Aarde stevig in de context plaatst van de crises die de mensheid momenteel treffen: politiek, economisch, financieel, sociaal en ecologisch.
Bronnen:
Gerard Aartsen (2012), UFO’s en de ruimtemensen: Hier om te helpen
George Adamski (1964), Cosmic Bulletin
George Adamski (1957-58), Cosmic Science for the Promotion of Cosmic Principles and Truths
George Adamski (1955), Inside the Space Ships
Truman Bethurum (1954), Aboard a Flying Saucer
Benjamin Creme (2010), De bundeling van de Krachten van Licht – De geestelijke missie van de UFO’s
Stefan Denaerde (1977), Operation Survival Earth (NL: Buitenaardse beschaving, 1969)
Michael Franco (2014), ‘Universe’s missing photon sources baffle scientists’
Daniel Fry (1954), The White Sands Incident
Paul Hellyer (2010), Light at the End of the Tunnel: A Survival Plan for the Human Species
Dino Kraspedon (1957), My Contact With Flying Saucers
Buck Nelson (1956), My Trip to Mars, the Moon and Venus